Bernardus koopt een huis in Westerbroek

De blauwogige Bernardus woont in Foxhol als hij op 26 jarige leeftijd trouwt met Johanna Börger uit Hoogezand. Johanna is een kleermakersdochter uit een gezin met maar liefst 16 kinderen. Haar vader, Norbertus Börger, is afkomstig van het Duitse Damme en haar moeder, Jantje Kajans, is in Hoogezand geboren.

Na hun huwelijk wonen Bernardus en Johanna eerst nog in Foxhol. Als Johanna in 1857 zwanger is van hun vijfde kind besluiten ze een stuk grond aan de Borgerweg in Westerbroek te kopen[18]. In de koopakte [19] staat dat ze van Hindrik Harms Heuvelings een vaste beklemming krijgen op de kadastrale percelen I460, I461, I462 en gedeeltelijk I463. Ook een gedeelte van de laan en de sloot die van de Borgerweg naar hun huis loopt komt op hun naam te staan. Bovendien blijven ze het recht van overpad houden voor het voorste gedeelte van de laan die in bezit blijft van Hindrik Heuvelings.

De grond was groot genoeg om naast het woonerf een stuk als moestuin te gebruiken, een extra mogelijkheid om in het levensonderhoud te voorzien. Bernardus geeft bij het eerdergenoemde huwelijk van zijn dochter Jantje aan dat hij landbouwer van beroep is. Misschien had hij op dat moment geen ander werk voorhanden, maar waarschijnlijk wilde hij indruk maken op de schoonfamilie van zijn dochter. In de negentiende eeuw bestond er in Groningen een klassenverschil tussen landbouwers en de dagloners- of arbeidersklasse [20]. Bernardus zal zich bewust zijn geweest van het klassenverschil tussen hem en de fabrikantenzoon. Door zich als landbouwer voor te doen heeft hij dat verschil willen verkleinen.

De  huursom van de beklemming was fl 20,- die jaarlijks op 1 november moest worden betaald te beginnen op 1 november van dat jaar. Als Bernardus van zijn ouders of broers en zussen zou erven moest hij de eigenaar twee jaar huur als geschenk betalen en als hij zou trouwen of hertrouwen een jaar extra huur[19].

Bernardus gaat na de ‘aankoop’ van de grond aan de slag met het bouwen van een woning. Johanna zorgt ondertussen voor het huishouden en voor hun vier kinderen. Ook op andere fronten probeert ze haar bijdrage te leveren in de werkzaamheden en het binnenhalen van inkomsten. Door de zware arbeid gaat het echter mis met haar zwangerschap en op 13 juni 1857 wordt hun kindje dood geboren.