Finaal afgekeurd

Net als iedere jonge man moet Bernardus in 1841 gekeurd worden voor de nationale militie. Hij is zeer goed tot arbeid in staat en in die periode is hij als dienstknecht werkzaam. Toch komt hij niet door de keuring en wordt hij “finaal” afgekeurd wegens een “ligchaamsgebrek”.

Dat hij finaal wordt afgekeurd betekend dat hij in latere jaren niet opnieuw gekeurd hoeft te worden. In het uittreksel uit het militieregister dat als bijlage bij zijn huwelijk is bijgevoegd staat niet wat voor een lichaamsgebrek het betreft. Een beschrijving van zijn lichaamskenmerken staat wel vermeld. Zo blijkt Bernardus blauwe ogen, bruin haar en bruine wenkbrauwen te hebben. Hij heeft een rond gezicht, voorhoofd en kin. Verder blijkt Bernardus een lengte te hebben van 1 el 6 palmen 4 duim en 7 streep. Omrekening naar het metrieke stelsel is eenvoudig. Vanaf 1820 is dit stelsel in Nederland ingevoerd en met deze invoering werden de oude maten gelijk gesteld aan de nieuwe maten. Een el werd dus een meter, een palm een decimeter, een duim een centimeter en een streep een millimeter. Bernardus was dus 1,647 meter lang. Mannen die kleiner waren dan 1,55 m werden op grond van hun lengte vrijgesteld. Bernardus moet dus een andere oorzaak voor zijn afwijzing hebben gehad.