Het beklemrecht
Het beklemrecht is een vorm van erfpacht die vrijwel alleen in de provincie Groningen voorkomt[1]. De pacht wordt voor onbepaalde tijd vastgesteld en de pachter (ook wel meijer genoemd) betaald een vaste huursom die niet kan worden aangepast. De beklemming kan niet worden opgesplitst, waardoor percelen hun oorspronkelijke grootte blijven behouden. De percelen die Bernardus pacht zijn volgens de koopakte in totaal ongeveer 40 roeden groot. Een Groningse roede komt overeen met ongeveer 16 m2, maar sinds de invoering van het metrieke stelsel wordt met een roede een are aangeduid. Een are is 100 m2 en dus was de grond waar Bernardus een beklemming op kreeg 4000 m2 groot.
De huursom van de beklemming was fl 20,- die jaarlijks op 1 november moest worden betaald te beginnen op 1 november van dat jaar. Er was nog een extra clausule opgenomen, namelijk als Bernardus van zijn ouders of broers en zussen zou erven moest hij de eigenaar twee jaar huur als geschenk betalen en als hij zou trouwen of hertrouwen een jaar extra huur[19].