Lien Beenker en de liefde
Ruim 51 jaar waren Lien Beenker en Ben Stege getrouwd, maar Ben was niet de eerste liefde van Lien.
Nadat Lien 6 weken lang bij de zusters in kasteel Bouvigne bij Breda in opleiding was geweest kwam ze weer thuis bij haar ouders in Farmsum. Ze kon direct weer achter de naaitafel om geld te verdienen. Dat werk beviel haar echter in het geheel niet en zo komt ze via een advertentie bij een hoedenwinkel in Coevorden te werken.
De eigenaresse van de winkel was pas 25 jaar oud en met Lien inwonend had ze zowel een hulp in de winkel als gezelschap voor zichzelf. Lien had dan wel kost en inwoning, maar het loon was niet hoog. Ze kreeg slecht 3 gulden voor een werkweek van 7 dagen. Ze had geen moment voor zichzelf. Lien is inmiddels uitgegroeid tot een jonge aantrekkelijke vrouw en krijgt dan ook aandacht van de vrijgezelle mannen. Ze raakt bevriend met Henk Lankhorst. Eenmaal gaat ze samen met hem op de foto. De foto is wat wazig, maar dat symboliseert de vergane liefde.
Lang duurt de verkering niet, maar opnieuw komt er een man in het leven van Lien. Hij heet Anton Driessen en is de zoon van een binnenvaartschipper. Anton is smoorverliefd op Lien en koopt voor ieder van hen een zegelring met de initialen erin gegrafeerd. Hij wil dat zij de ring met zijn intialen gaat dragen en hij de ring met haar initialen. Ze zouden dan als verlovingsringen kunnen dienen. Lien is echter niet zeker van haar liefde en dringt erop aan dat zij een ring met haar eigen initialen krijgt.
Het wordt voor Lien steeds duidelijker dat Anton niet de liefde van haar leven is. Ze moet er ook niet aan denken om op een binnenvaartschip te gaan varen. Lien is namelijk doodsbang voor water en ze besluit om het uit te maken. Anton blijft echter aandringen en ook zijn moeder probeert Lien ervan te overtuigen dat Anton een goede keus voor haar is en dus blijft de verkering nog even duren. Inmiddels breekt de oorlog uit en Lien besluit om weer naar haar ouders in Farmsum te gaan. Na enkele weken weet ze uiteindelijk toch een punt achter haar relatie met Anton te zetten.
Lien gaat weer opnieuw als naaister aan de slag. Hoe langer de oorlog duurt, hoe schaarser de goederen worden. Soms kunnen ze van een boer wat graan krijgen, waarvoor ze in ruil dan wat kleren naaiden.
Dan wordt de moeder van Lien ernstig ziek opgenomen in het ziekenhuis in Groningen. Ze ligt daar een half jaar, maar omdat de ziektekostenverzekering slechts een vergoeding gaf voor 6 weken , moesten Lien en haar oudste zus Jo het geld met naaien bij elkaar verdienen. Lien moest dan iedere maandag naar het kantoor van het ziekenhuis reizen om het liggeld voor die week te betalen. Het vervoer naar de stad was in de oorlog zeer beperkt. De trein reed nauwelijks meer en dus moest ze meestal per vrachtboot de tocht maken. Die reis duurde drie uur en vaak moest ze in de kou op het dek staan. Ze was eens zo bevangen van de kou dat een aantal Duitse dat in de gaten kregen. Ze gingen toen in een kring om haar heen staan, zodat ze geen last van de wind zou hebben.
Na de oorlog gaat Lien op dansles. Daar ontmoet ze de liefde van haar leven en komt de uit Appingedam afkomstige Ben Stege tegen. Op 30 april 1947 trouwden ze eerst in het stadhuis van Delfzijl en vervolgens in de Sint-Jozefkerk te Delfzijl. Het huwelijk van Lien en Ben duurde ruim 51 jaar en ze hebben samen maar liefst 15 kinderen op de wereld gezet en grootgebracht.